Inleiding

In de begroting 2024 presenteren we een begroting waarbij de eerste twee jaren (2024 en 2025) positief zijn en de laatste twee jaar (2026 en 2027) fors negatief. Over 4 jaar bezien is het saldo echter nog positief. Het negatieve saldo voor de jaren 2026 en 2027 wordt met name veroorzaakt door een daling van de algemene uitkering. In 2026 krijgen we circa 7,3 miljoen minder algemene uitkering dan in 2025. Voor 2027 is dat zelfs 7,6 miljoen.

De VNG adviseert in hun begrotingsadvies om de lasten in de meerjarenraming 2026 en 2027 realistisch in beeld te brengen. De provincie, met hun brief van 29 augustus onderstreept het belang van een realistische meerjarenraming en zegt daarin dat “door eventuele tekorten op de meerjarenbegroting te laten zien, wordt inzichtelijk welke financiële en inhoudelijke consequenties die onduidelijkheid met zich meebrengt”. De VNG verwijst in hun laatste brief expliciet naar hun advies om in de begroting nog geen rekening te houden met de korting op het gemeentefonds vanaf 2026. Wij houden echter vast aan het realistisch ramen, in lijn met de brief van de provincie, waarbij de meicirculaire van het gemeentefonds ons kader is voor inkomsten uit de algemene uitkering. Daarin zit de korting van het gemeentefonds verwerkt en daarmee worden de tekorten in 2026 en 2027 ook zichtbaar.

Donkere wolken…

Vanaf 2026 is het begrotingssaldo fors negatief. Het kabinet Rutte IV heeft het besluit over de tekorten vanaf 2026 grotendeels doorgeschoven naar het volgende kabinet. Het nieuwe kabinet zal een besluit over de korting op het gemeentefonds moeten nemen aangezien de kortingen vanaf 2026 in hun regeerperiode vallen, waar het vorige kabinet het besluit nog had doorgeschoven. De verwachting is echter niet dat voor het volgende begrotingsjaar 2025 er al duidelijkheid is over het verloop van de algemene uitkering. Feitelijk gezien stevenen we echter af op forse tekorten, maar de positieve saldi in 2024 en 2025 geven ons nog enige tijd om ombuigingen te realiseren. De mogelijke ombuigingen gaan we in kaart brengen en we komen daarop bij u terug.

Resultaat

De voorjaarsnota 2023 met daarbij de uitkomsten van de meicirculaire is de basis voor de samenstelling van deze begroting. In de voorjaarsnota is het beeld geschetst van de financiële positie in meerjarig perspectief. Een belangrijk financieel aspect, de vertaling van de meicirculaire gemeentefonds, kon nog niet in de voorjaarsnota worden meegenomen. Over de uitkomsten hiervan en het effect op het begrotingssaldo bent u naderhand geïnformeerd met een raadsinformatiebrief voor de raadsvergadering van 4 juli.
De voorjaarsnota 2023 en de meicirculaire zijn nu verwerkt in de voorliggende begroting 2024 en de meerjarenraming 2025 – 2027. In de voorjaarsnota schetsten we u ook onze ambities voor. Van de ambities die daarin geschetst worden is alleen de huisvesting van de gemeentelijke organisatie verwerkt in de begroting. Voor de overige genoemde ambities zal op een later tijdstip de afweging plaatsvinden.
Hieronder worden de verschillen toegelicht tussen deze begroting en het financieel perspectief zoals dat in de voorjaarsnota 2023 en de raadsinformatiebrief over de meicirculaire 2023 is geschetst.

Toelichting verschil begroting 2024 – 2027 en voorjaarsnota 2023 na meicirculaire

2024

2025

2026

2027

Saldi voorjaarsnota

1.109

4.113

-298

-794

Uitkomst meicirculaire gemeentefonds

978

147

-2.194

-2.036

Saldi na meicirculaire

2.087

4.259

-2.492

-2.830

Eindsaldo begroting 2024 en meerjarenraming

3.351

4.845

-2.237

-2.316

Verschil begroting 2024 – voorjaarsnota na meicirculaire

1.264

586

255

514

Het verschil ten opzichte van de voorjaarsnota inclusief de meicirculaire is over alle jaren positief. Hieronder volgen de belangrijkste verschillen tussen de begroting 2024 en de voorjaarsnota 2023 voor 2024. Vervolgens worden de verschillen kort toegelicht

Toelichting verschillen Begroting 2024 – voorjaarsnota 2023 (bedragen *€1.000)

Samenvatting analyse verschillen (* € 1.000)

2024

Rente effect

€ 505

Personele kosten (CAO, salaris)

€ 373

Indexatie OZB

€ 276

Minder kosten VPB

€ 250

Vrijval stelpost prijsstijging energie BG23

€ 160

Doorschuiven mitigerende maatregelen GOL (kap.lasten)

€ 143

Meeropbrengsten erfpacht en pachtopbrengsten

€ 115

Effect salaris college/raad

-€ 77

Hogere bijdrage GR bijstelling kadernota

-€ 88

Sociaal domein (WMO, Leerlingenvervoer)

-€ 779

Overig verschillen

€ 386

Totaal

€ 1.264

Toelichting verschillenanalyse

Voordelig

Nadelig

Rente-effect
Er zijn diverse rente-effecten die leiden tot een voordeel van € 505.000. Zo zorgt de hogere rekenrente voor de grondexploitaties tot een hogere doorrekening van de rentebaten, is de rentevergoeding voor het schatkistbankieren toegenomen en zorgt de rente over de in de begroting opgenomen investeringen nieuw beleid eveneens tot een hogere doorrekening van de rentebaten.

505

Personele kosten (CAO, salaris)
Bij de eerste bestuursrapportage in 2023 is een globale inschatting gemaakt van de financiële gevolgen van de nieuwe CAO. Richting de begroting 2024 zijn de gevolgen exact berekend. De stijging van de salarislasten naar 2024 zijn bij de raadsinformatiebrief van de meicirculaire ingeschat met een indexatie van 5,2% met daarbij 0,5% om de stijging van periodieken op te vangen. Bij de daadwerkelijke doorrekening van de indexatie blijkt dit met name voordeliger doordat een deel van de salarislasten ook doorberekend wordt naar de projecten, kredieten en andere gesloten exploitaties (rioolheffing, afvalstoffenheffing). Deze lasten drukken dus niet op de exploitatie.

373

Indexatie OZB
De opbrengsten voor de OZB zijn met het indexatiecijfer van 3,0% verhoogd en daarnaast zijn ook kosten die gepaard gaan met de inning gestegen. Per saldo leidt dit tot een voordelig effect.

276

Lagere vennootschapsbelasting (VPB)
De herziening van de grondexploitaties bij de jaarrekening 2022 leidt tot lagere winstnemingen waardoor de verwachting is dat de vennootschapsbelasting fors daalt.

250

Vrijval stelpost prijsstijging energie begroting 2023
In de begroting 2023 is rekening gehouden met forse prijsstijgingen van de energiekosten. In de voorjaarsnota is al geanticipeerd op een daling van de energielasten. De inschatting voor de energiekosten in de begroting 2024 is echter nog voordeliger waardoor we de opgenomen stelpost vrij kunnen laten vallen.

160

Doorschuiven mitigerende maatregelen GOL (kapitaallasten)
Door het doorschuiven van de GOL schuiven eveneens de mitigerende maatregelen voor het GOL door. Hierdoor schuiven ook de kapitaallasten door hetgeen voor 2024 een voordeel oplevert.

143

Meeropbrengsten erfpacht en pachtopbrengsten
De reguliere pachtprijzen worden jaarlijks door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland vastgesteld. Het tarief voor 2024 stijgt met 22% ten opzichte van 2023 en waarin de voorjaarnota rekening mee is gehouden. Daarnaast leidt ook de indexatie van de erfpachtovereenkomsten tot meer opbrengsten.

115

Effect salaris college en raad
Er zijn hier twee effecten die hieraan bijdragen. Enerzijds zijn de salarislasten voor raad en college gestegen door de doorberekende loonindexeringen hetgeen tot een nadeel leidt, maar anderzijds is er geen toevoeging aan de voorziening Pensioen wethouders nodig. Per saldo leidt dit tot een nadelig effect.

77

Hogere bijdrage Veiligheidsregio en GGD
In de kadernota’s van de veiligheidsregio en de GGD is een aanname gedaan voor de indexering omdat de officiële indexeringscijfers nog niet bekend waren. Dit is gedaan met de aankondiging dat deze in de definitieve begroting wordt aangepast aan de dan bekende indexeringen. Uiteindelijk bleken de indexeringen hoger dan in de kadernota ingeschat. Dit is nu verwerkt in de begroting.

88

Sociaal Domein (WMO, Leerlingenvervoer)
Door een stijging van het aantal mensen dat gebruik maakt van een hulp bij het huishouden en door een stijging van de tarieven verwachten we dat de kosten binnen het sociaal domein voor Hulp-bij-Huishouden fors toe zullen nemen. Daarnaast verwachten we ook een stijging voor het leerlingenvervoer.

779

Overige verschillen (per saldo voordelig)

386

Algemene reserve

In de voorjaarsnota is een voorlopig beeld van het verloop van de algemene reserve (AR) gegeven. Ten opzichte van die stand zijn er nog enkele mutaties doorgevoerd. Dit betreft bijvoorbeeld de bijstelling van de winstneming van de grondexploitaties. De belangrijkste mutaties zijn:

  • Wijziging jaarrekeningresultaat (+ € 0,2 mln) per 1-1-2023;
  • Verwerking voorstel centrale huisvesting ( - € 6 mln) in 2027. Hierover moet nog besluitvorming plaatsvinden. In de begroting is het voorstel voor de centrale huisvesting, zoals in de raad van 3 oktober voorligt, verwerkt. In het voorstel is aangegeven dat een storting vanuit de Algemene reserve in de reserve Kapitaallasten wordt onderzocht. In de begroting is een storting vanuit de Algemene reserve van € 6 miljoen in de reserve Kapitaallasten als claim op de Algemene reserve verwerkt in 2027. Hierbij is het huidige minimumniveau van de Algemene reserve, zoals in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing in deze begroting met de huidige benoemde risico’s is berekend, de ondergrens. Een verdere toelichting op de financiële gevolgen van het voorstel voor centrale huisvesting staat bij het onderdeel Nieuw beleid in deze begroting
  • De extra claim voor de GOL (-€ 10 mln) in 2026. Met eerdere besluiten (laatste RV 13-7-2021) is al € 10,96 mln als dekking uit de AR als dekking voor de realisatie van het GOL bestemd. In het overzicht ‘Nieuw beleid en in gang gezet beleid’ zijn sinds de begroting 2023 de rentelasten voor een extra aanvullend krediet van de GOL van € 10 mln opgenomen op basis van in 2022 gemaakte inschatting van de provincie. De bijbehorende reservering binnen de algemene reserve was tot nu toe niet zichtbaar in het verloop van de algemene reserve omdat besluitvorming nog plaats moet vinden. Voor het inzicht in de verwachte ontwikkeling van de AR hebben we deze nu wel opgenomen.

In onderstaande tabel ziet u het verloop van de algemene reserve inclusief bovenstaande mutatie weergegeven. Van de € 2,1 mln voor de verdere verduurzaming van gemeentelijk vastgoed valt € 0,3 mln buiten deze begrotingsperiode. Tevens is het minimumniveau aangegeven op basis van de berekening in de begroting 2024 zoals opgenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing. Dit is als minimumniveau meerjarig gepresenteerd in de tabel.

Figuur 1 Verwacht verloop Algemene reserve

Structurele saldo

Voor het oordeel of de begroting structureel sluitend is, moet het saldo gezuiverd worden van  incidentele lasten en baten. Voor de provinciaal toezichthouder is dit saldo bepalend voor het oordeel over de begroting. Het structurele saldo meerjarig ziet er als volgt uit (een specificatie van de incidentele posten vindt u in de financiële begroting onder ‘meerjarig overzicht éénmalige baten en lasten’).

Presentatie van het structurele begrotingssaldo (x € 1.000):

2024

2025

2026

2027

Saldo baten en lasten exclusief reservemutaties

6.165

6.509

-966

-2.129

Toevoegingen (+) en onttrekkingen (-) aan reserves

2.813

1.664

1.271

187

Begrotingssaldo na bestemming

3.351

4.845

-2.237

-2.316

Waarvan incidentele lasten (+) en baten (-)

2.348

1.255

1.072

456

Structureel begrotingssaldo

5.700

6.100

-1.165

-1.860

In de verschillende handreikingen van de toezichthouder is voorgeschreven hoe dit overzicht opgesteld moet worden. De eerste correctie betreft alle mutaties van reserves; door het zuiveren van de reserves blijven de exploitatielasten en baten over. Bij meer toevoegingen aan reserves dan onttrekkingen heeft dit een positief effect op het structurele saldo.
Daarna worden incidentele lasten en baten uit de exploitatie gecorrigeerd. Dit zijn lasten en baten die naar de aard van de uitgaven als incidenteel worden aangemerkt. Zie het ‘meerjarig overzicht éénmalige baten en lasten’ in deze begroting. De toezichthouder heeft de aanbeveling om (ten minste) 50% van de kapitaallasten van nieuwe (her)investeringen extracomptabel te betrekken bij de presentatie van de structurele begrotingssaldi in het jaar van investeren laten vervallen. Deze correctie wordt dan ook niet toegepast.

Deze pagina is gebouwd op 10/26/2023 16:39:13 met de export van 10/26/2023 16:26:28