Duurzaamheid, Milieu en afval

Ontwikkelingen

Omgevingswet
De Omgevingswet wordt naar verwachting per 1 januari 2024 van kracht en heeft consequenties voor de wijze waarop de gemeente evenwichtig functies gaat toedelen aan de fysieke leefomgeving. Een van de consequenties van de Omgevingswet is dat rijksregels naar gemeenten verhuizen. De gemeente kan deze regels zelf verder vormgeven. De gemeente kan ook regels schrappen om lokaal initiatieven (bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid) mogelijk te maken of bepaalde zaken zoals een beschermd stadsgezicht goed te beschermen. De beleidsvrijheid van gemeenten neemt daarmee toe. De omgevingswet is een wet die gestoeld is op vertrouwen dat zich mag vertalen in meer ruimte voor initiatieven van inwoners.
Het stelsel van structuurvisie, bestemmingsplan en omgevingsvergunning wordt vervangen door een nieuw instrumentarium van omgevingsvisie, omgevingsplan, mogelijke programma’s en een verder geïntegreerde omgevingsvergunning. Daarnaast wordt met ingang van de Omgevingswet het Digitaal stelsel omgevingsrecht (DSO) operationeel.
De huidige regelgeving omtrent geluid en bodem zal, net als andere regelgeving, onderdeel uit gaan maken van de Omgevingswet en vertaling gaan krijgen in het omgevingsplan.

Nationale Milieu Effect Rapportage (MER)  plaatsing windturbines
Sinds het Nevele-arrest in juni 2021 kunnen we de landelijk vastgestelde milieuregels in het Activiteitenbesluit niet meer hanteren bij de besluitvorming omtrent windturbines en windparken. De Raad van State oordeelde dat er volgens het Europees recht een uitgebreid milieuonderzoek (plan-m.e.r.) had moeten plaatsvinden voor deze landelijke regels bij het uitbreiden van het windpark in Delfzijl Zuid. In het actieprogramma ‘Verankering milieubescherming na Nevele’ wordt hieraan gewerkt. Uiterlijk oktober 2023 wordt de oplevering van het milieueffectrapport (MER) verwacht met conceptregels. Naar verwachting zullen de nieuwe milieunormen uiterlijk medio 2024 in werking treden.

Warmtebronnen voor aardgasvrije wijken
In de Transitievisie Warmte was opgenomen dat een aantal wijken mogelijk op warmtenetten konden worden aangesloten. Inmiddels is uit verdere regionale en lokale onderzoeken duidelijk geworden dat er geen koppeling mogelijk is met bovenregionale en regionale warmtenetten (waaronder het Amernet) en volledig zijn aangewezen op lokale warmtebronnen. Een warmtenet voor Hedikhuizen gevoed met restwarmte van de steenfabriek is niet haalbaar en ook aquathermie voor Herpt en andere kleine dunbebouwde kernen is financieel niet rendabel. Dat betekent dat een aanzienlijk deel van de wijken is aangewezen op all-electric oplossingen met (individuele) warmtepompen. Deze oplossing levert weer problemen op het elektriciteitsnet, gezien de huidige netcongestie (zie hieronder).

Transport schaarste op het elektriciteitsnet
Sinds 2021 is er voor grootverbruikaansluitingen in Heusden transportschaarste voor teruglevering op het elektriciteitsnet ontstaan. In 2022 ontstond er ook transport schaarste voor afname. Enexis gaf in een update in juni 2023 aan dat zij verwachten dat - ondanks alle inspanningen – de wachtlijsten voor grootverbruikaansluitingen de komende vijf tot tien jaar niet zullen zijn weggewerkt. Dit heeft lange wachttijden tot gevolg voor bedrijven die willen verduurzamen, uitbreiden of zich vestigen, maar ook voor projecten rondom duurzame opwek.

Afval / Circulaire economie
Het beleid voor veilige en hoogwaardige verwerking van afvalstoffen in Nederland is opgenomen in het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP) 3. Het LAP3 zal, naar verwachting op 1 januari 2025, worden opgevolgd door een Circulair Materialenplan (CMP1). Een circulaire economie vraagt namelijk niet alleen om goed afvalbeheer aan het eind van de keten. Met het CMP wordt de reikwijdte van het huidige LAP uitgebreid met meer sturing op hergebruik en preventie. Het CMP wil innovatie voor een circulaire economie stimuleren door ambitieuze normen vast te leggen, maar ook door bedrijven uit te dagen of te belonen om beter te presteren dan deze minimumstandaarden voor verwerking van afval.

Sturende principes Water en bodem
Op 25 november 2022 stuurde de minister van Infrastructuur en Waterstaat een brief naar de 2 e kamer waarin aangegeven werd dat water en bodem sturende principes worden. Inmiddels zien we dat daaraan op verschillende wijze verder vormgegeven wordt. Zo is er sprake van een landelijke maatlat voor een groene klimaatadaptieve gebouwde omgeving. Ook wordt er gewerkt aan groennormen en is bij de uitwerking van het NPLG/BPLG het principe van water en bodem sturend al het uitgangspunt. Grondwater vormt een steeds grotere uitdaging: zo verandert de strategie rondom de drinkwatervoorziening in Brabant, maar ook is er zorg over kwelstromen en het grondwaterpeil. De provincie is daarom bezig met een droogte-agenda als richting voor het grondwaterbeleid in Brabant.

Deze pagina is gebouwd op 10/26/2023 16:39:13 met de export van 10/26/2023 16:26:28