Rioolheffing
De heffing is bedoeld om de kosten te verhalen die de gemeente moet maken voor een doelmatig werkende riolering en overige maatregelen ten aanzien van afvalwater, hemelwater en grondwater. De huidige rioolheffing wordt geheven van de gebruiker van een eigendom van waaruit afvalwater direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd.
Verwachte kosten
De gemeente is wettelijk verplicht om haar zorgplichten voor afval-, hemel- en grondwater na te komen. In totaal verwachten we het komende jaar € 5.290.985 (inclusief de dotatie van € 684.030 aan de spaarvoorziening vervanging riolering) aan kosten te maken om deze zorgplichten na te komen. De kosten zijn onder te verdelen in de volgende drie categorieën waarvan de 1e veruit de grootste is:
- Taakveld riolering: dit betreft voornamelijk het daadwerkelijk nakomen van onze gemeentelijke watertaken op het gebied van afvalwater, hemelwater en grondwater;
- Taakveld verkeer en vervoer: het schoonmaken en schoonhouden van de wegen draagt bij een goed werkend rioleringssysteem waardoor water kan worden afgevoerd;
- Taakveld overhead: dit is het aandeel in de kosten die worden gemaakt voor de sturing en ondersteuning van medewerkers in brede zin. Toerekening vindt plaats op basis van de totale directe kosten die betrekking hebben op de riolering.
Herkomst middelen
De gemeente kan de kosten verhalen die gemaakt worden voor het nakomen van de zorgplichten die de wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken aan de gemeente oplegt. De maatregelen die de gemeente hiervoor neemt staan genoemd in het Waterplan 2023-2027 vastgesteld door de gemeenteraad op 27 september 2022. De tarieven voor 2024 worden gebaseerd op de doorrekeningen van het Waterplan 2023-2027. Dit is een verhoging ten opzichte van 2023 van 7,97% waarvan 3% inflatiecorrectie.
Tijdens de behandeling van de voorjaarsnota 2020 is een motie aangenomen waarin het college is verzocht onderzoek te doen naar de wijze waarop er een wezenlijk verschil gemaakt kan worden in de door de gemeente opgelegde lasten tussen de groep éénpersoonshuishoudens en de groep meerpersoonshuishoudens. Hiertoe behoort dus ook de rioolheffing. De grondslag voor de heffing is het waterverbruik. Om een meer duurzame omgang met water te stimuleren wordt in de huidige waterplanperiode de praktische werkbaarheid en wenselijkheid van een gedifferentieerde rioolheffing onderzocht. Het onderzoek hiernaar bleek voor invoering in 2023 dat Brabant Water, die de invordering voor ons verzorgt, voor 2023 nog geen medewerking kon verlenen aan een gewijzigde vorm van rioolheffing. Deze zomer hebben we gehoord dat ze er wel klaar voor zijn. Het college wil daarom voor de uitwerking van de hierboven genoemde motie een afzonderlijk voorstel voor leggen in de raadsvergadering van december 2023.
Op basis van de huidige systematiek leidt dit nog tot de volgende tarieven voor 2024 rekening houdend met de verhoging zoals opgenomen in het Waterplan. Bij de afronding van de bedragen is er rekening mee gehouden dat een tarief ontstaat dat deelbaar is door 12, in verband met de mogelijkheid van afrekening per maand.
De tarieven 2024 worden daarmee als volgt:
| 2023 | 2024 |
---|---|---|
bij een afvoer van 5 tot en met 299 m³ afvalwater | € 222,48 | € 240,24 |
bij een afvoer van 300 tot en met 599 m³ afvalwater | € 415,08 | € 448,20 |
bij een afvoer van 600 tot en met 899 m³ afvalwater | € 622,80 | € 672,48 |
bij een afvoer van 900 tot en met 1199 m³ afvalwater | € 843,00 | € 910,20 |
bij een afvoer van 1200 tot en met 1499 m³ afvalwater | € 1.054,80 | € 1.139,92 |
bij een afvoer van 1500 en meer m³ afvalwater | € 1.054,80 | € 1.139,92 |
vermeerderd met een bedrag per kubieke meter boven 1500 m³ afvalwater | € 0,51 | € 0,55 |
Op basis van deze uitgangspunten wordt de opbrengst van de rioolheffing geraamd op een bedrag van € 5.290.985.