Het financieel belang dat met het grondbeleid samenhangt is relatief groot, mede door de hieraan verbonden (financiële) risico’s. Bij de jaarrekening 2022 zijn alle grondexploitaties herzien en is in de ‘Toelichting Grondexploitaties 2022’ uitgebreid gerapporteerd over de belangrijkste ontwikkelingen en resultaten. Zowel op het totaalniveau van de grondexploitaties, als op ieder afzonderlijk project is hierin een toelichting gegeven. De ontwikkelingen in de afgelopen periode geven geen aanleiding voor een tussentijdse herziening van grondexploitaties. Ook zijn er geen grote wijzigingen in de planvorming geweest. De herziene grondexploitaties bij de jaarrekening 2022 zijn dan ook als zodanig verwerkt in de meerjarenraming 2024 en verder. In onderstaande tabel worden de geraamde kosten en opbrengsten van de grondexploitaties per jaar gepresenteerd.
De grondexploitaties zijn voor de begroting 2024 enkel aangepast voor de wijziging van de rekenrente van 0,8% naar 1,4%. Het effect hiervan op het resultaat wordt verantwoord in de 2 e bestuursrapportage van 2023.
Ontwikkeling van de boekwaarde
De afgelopen jaren is de boekwaarde aanzienlijk gedaald. De ratio grondexploitatie (verhouding bouwgronden in exploitatie ten opzichte van de totale baten) is gedaald naar 28% en viel daarmee op basis van de jaarrekening 2022 voor het eerst in de risicocategorie ‘neutraal’. Uit onderstaande grafiek blijkt dat voor de komende jaren een verdere daling van de boekwaarde wordt voorzien. De snelheid waarmee dit gebeurt, is met name afhankelijk van het bouwtempo in de projecten Steenenburg en De Grassen. Voor de vervolgfase van De Grassen is nog een bestemmingswijziging nodig.
Op de gepresenteerde bruto boekwaarde eind 2022 van € 51 miljoen is voor de verliesgevende projecten nog een verliesvoorziening in mindering gebracht.
Resultaatsverwachting
In maart 2023 werd voor de jaarrekening 2022 het verwachte resultaat van de grondexploitaties per saldo nog berekend (op eindwaarde) op € 3,4 miljoen negatief. Dit resultaat bestaat uit € 5,9 miljoen aan positieve resultaten en voor € 9,3 miljoen aan negatieve resultaten. Voor de verliesgevende complexen is een voorziening gevormd.
Bij de 2 e bestuursrapportage 2023 wordt de aan de grondexploitaties toegerekende rekenrente verhoogd van 0,8% naar 1,4%. De aanpassing van de rekenrente gebeurt op basis van een voorgeschreven berekening. Door de wijziging van de rekenrente neemt het verwachte resultaat van de grondexploitaties af met € 1,35 miljoen. De opbouw van de resultaten (per peildatum 1-1-2023) is als volgt :
Winstnemingen
Verplichte winstnemingen zijn in de begroting geraamd op basis de in het BBV voorgeschreven rekenmethode (de POC-methode). Winstneming gebeurt in deze methode naar rato van de gerealiseerde opbrengsten en kosten. Voor de berekening van de winstneming zijn de specifieke projectrisico’s in mindering gebracht op de uiteindelijk te verwachten winst. De daadwerkelijke winstneming blijft de komende jaren afhankelijk van de ontwikkeling van het resultaat en ook de voortgang van verkopen en realisatie van uitgaven.
De winstnemingen komen ten gunste van de algemene reserve. Als later blijkt dat reeds genomen winsten (deels) moeten worden terug gedraaid (bij tegenvallende resultaten), dan komt het effect weer ten laste van de algemene reserve. De berekening van de winstneming en de verdeling van winstnemingen over de komende jaren gebeurt jaarlijks bij de totstandkoming van de jaarrekening. Deze berekening vormt vervolgens input voor de raming van het meerjarig verloop in de begroting en de jaarrekening.