Paragrafen

Grondbeleid

Voor de begroting 2024 is in de zomer van 2023 weer nagegaan of een wijziging van het eerder berekende risicobedrag voor de grondexploitaties noodzakelijk is. Het bleek niet nodig om het risicobedrag dat in maart 2023 ten behoeve van de jaarrekening 2022 is berekend te wijzigen. De opbouw van het risicobedrag blijkt uit onderstaande tabel. Halverwege 2023 ontstaat het beeld dat de rentestijging wat hoger uit kan vallen. Aan de andere kant lijkt het risico van een daling van de woningprijzen mee te vallen. Ontwikkelingen blijven vanzelfsprekend lastig voorspelbaar. Per saldo zien we in de zomer van 2023 geen aanleiding om het risicobedrag al aan te passen.

Op basis van de kans van optreden, is de benodigde buffer in het weerstandsvermogen voor grondexploitaties bij de totstandkoming van de jaarrekening 2022 berekend op € 9,6 miljoen. Hiermee kunnen negatieve resultaten worden opgevangen indien de gevormde verliesvoorzieningen niet toereikend zijn. De risico’s samenhangend met de grondexploitaties zijn daarmee afdoende afgedekt. Het risicobedrag van € 9,6 miljoen is als volgt opgebouwd:

De algemene risico’s (A) zijn bij de jaarrekening 2022 aanzienlijk gestegen naar € 6,2 miljoen. Daarbij werd rekening gehouden met het toenemende risico dat grondprijzen kunnen dalen, het risico van verder stijgende rente, het risico van een hogere inflatie dan waarmee is gerekend in de grondexploitaties en het algemene risico dat projecten kunnen vertragen.

Naast de algemene risico’s (prijs, planning en programma) zijn de project specifieke risico’s (B) in beeld gebracht. Het grootste risico betreft de daadwerkelijke realisatie van alle vervolgfasen in het project De Grassen. Hiervoor is een bestemmingswijziging nodig die afhankelijk is van een positieve uitspraak inzake de benodigde ontsluitingsweg (GOL).

De correctie voor winstgevende projecten (C) volgt uit de redenatie dat negatieve effecten voor winstgevende projecten in eerste instantie op kunnen worden gevangen uit de positieve projectresultaten.

Risico’s die contractueel bij de ontwikkelende partij liggen zijn vanzelfsprekend niet meegenomen in de berekeningen. Voor de gezamenlijke grondexploitatie Geerpark (met Woonveste) zijn de algemene en projectspecifieke risico’s in bovenstaand overzicht voor de helft meegenomen aangezien gemeente en Woonveste het risico gezamenlijk dragen.

Risico’s van een wijziging in het woningbouwprogramma zijn over het algemeen niet meegenomen in de risicoberekeningen. Dit aangezien de financiële gevolgen van een ander woningbouwprogramma over het algemeen het effect is van bewuste beleidskeuzes.

Voor een uitgebreide omschrijving van de risico’s en een toelichting op de berekeningen wordt verwezen naar de ‘Toelichting Grondexploitaties 2022’.

Deze pagina is gebouwd op 10/26/2023 16:39:13 met de export van 10/26/2023 16:26:28