Home

Financiële begroting

Eigen vermogen

Het eigen vermogen kan als volgt gespecificeerd worden:

Eigen vermogen (x € 1.000)

2023

2024

2025

2026

2027

Algemene reserve

34.879

36.011

35.658

14.129

7.878

Bestemmingsreserves

17.870

19.270

21.010

43.360

49.520

Resultaat (cumulatief)

-700

2.650

7.500

5.260

2.950

Boekwaarde per 31 december

52.049

57.931

64.168

62.749

60.348

Het verloop van de algemene reserve en de bestemmingsreserves wordt hierna weergegeven. Het resultaat dat is opgenomen komt overeen met het verwachte saldo volgens de meerjarenraming.

Reserves (x € 1.000)

Beginstand

Mutaties

Beginstand

Mutaties

Beginstand

Mutaties

Beginstand

Mutaties 

Beginstand

1-1-2024

in 2024

1-1-2025

in 2025

1-1-2026

in 2026

1-1-2027

in 2027

1-1-2028

Algemene reserve

          34.875

            1.138

         36.013

              -353

                35.660

           -21.532

        14.128

         -6.252

         7.876

Reserve onderhoud bewegingslokalen schoolgebouwen

               899

               146

           1.045

               146

                  1.191

                 130

          1.321

             130

         1.451

Reserve vervanging lichtmasten

               727

                   -

              727

                    -

                    727

                     -

             727

                 -

            727

Reserve uitvoering baggerplan

               977

               100

           1.077

               100

                  1.177

                 100

          1.277

             100

         1.377

Reserve Bovenwijkse voorzieningen

            2.749

               482

           3.231

               204

                  3.435

               -721

          2.714

             209

         2.923

Reserve bijdrage bedrijven GOL

            1.192

               133

           1.325

               133

                  1.458

             -1.458

                 -

                 -

                -

Reserve sociaal Domein

            1.115

                   -

           1.115

                    -

                  1.115

                     -

          1.115

                 -

         1.115

Reserve Integraal Huisvestingsplan Onderwijs (IHP)

            4.392

               624

           5.016

               636

                  5.652

                 556

          6.208

               19

         6.227

Reserve exploitatie riolering

               500

                   -

              500

                    -

                    500

                     -

             500

                 -

            500

Bestemmingsreserve kapitaallasten

            5.319

                -85

           5.234

               521

                  5.755

            23.743

        29.498

          5.702

       35.200

Bestemmingsreserves

       17.870

            1.400

         19.270

            1.740

                21.010

            22.350

        43.360

          6.160

       49.520

Algemene reserve
Het doel van de algemene reserve is drieledig:

  • de algemene reserve dient als onderdeel van de benodigde weerstandscapaciteit om risico’s af te kunnen dekken die niet zijn afgedekt in de begroting, door verzekeringen of (bestemmingsreserves) zoals die opgenomen zijn in de risicoparagraaf;
  • de algemene reserve dient als buffer voor het opvangen van nadelige rekeningresultaten indien blijkt dat begrote kosten en opbrengsten in de jaarrekening leiden tot een nadelig saldo;
  • de algemene reserve kan worden ingezet voor het doen van (incidentele) uitgaven voor zover er ruimte is boven het vastgestelde minimumniveau.

De belangrijkste mutaties voor 2023-2027 betreffen:

  • Effecten resultaatsbestemming jaarrekening 2022 (2023);
  • Budgetoverhevelingen 2022 è 2023 (2023);
  • Tussentijdse winstnemingen uit grondexploitaties (2023-2027);
  • Frictiekosten Voorste Venne (2023);
  • De aanleg van een fietspad aan de Tuinbouwweg/D’Oultremondweg (2023);
  • Groot onderhoud Burg. Schweitzertunnel (2023);
  • Verduurzaming gemeentelijke gebouwen (2024-2027)
  • Storting in de bestemmingsreserve kapitaallasten in verband met de realisatie van de  GOL (2026)
  • Eenmalige dekking formatie I&A 2 fte (2026)
  • Centrale huisvesting (2026)

Daarnaast is nog een bedrag gereserveerd voor eventueel kosten voor uitvoering van het IHP. De onttrekking hiervan is nog niet geraamd.

Bewegingslokalen (onderwijs), voorheen reserve Onderhoud Schoolgebouwen
Deze reserve was oorspronkelijk onderdeel van de reserve onderhoud schoolgebouwen. Vanaf 2015 zijn schoolbesturen wettelijk zelf verantwoordelijk voor het onderhoud van schoolgebouwen. De gemeente is alleen nog verantwoordelijk voor het onderhoud van lokalen voor gymnastiekonderwijs en eventuele calamiteiten aan schoolgebouwen. Voor calamiteiten aan schoolgebouwen is in de reguliere exploitatie jaarlijks een bedrag geraamd. De reserve dient alleen nog voor het onderhoud aan bewegingslokalen.

De gemeente is verantwoordelijk voor het onderhoud van gebouwen of lokalen  voor gymnastiekonderwijs. Kosten die hieruit voortvloeien kunnen schommelen. De reserve dient om deze schommelingen op te kunnen vangen.

Vervanging lichtmasten
De reserve is bestemd voor de vervanging van lichtmasten op basis van de beheerplannen. Jaarlijks wordt het verschil tussen geraamde kosten en werkelijke uitvoering gemuteerd met deze (egalisatie)reserve.

Voorziening en vervanging op basis van een beheerplan leidt tot de verplichte vorming van een voorziening. Dit vereist echter wel een actueel beheerplan. Voor de vervanging lichtmasten is geen actueel beheerplan, deze wordt op dit moment herzien. Op het moment dat herziening plaatsvindt zal de reserve worden omgezet naar een voorziening die aansluit op het beheerplan.

Uitvoering baggerplan
De reserve is ingesteld om de kosten van het baggeren van de watergangen op basis van het baggerplan Heusden 2012-2022 te dekken. Jaarlijks wordt € 100.000 ten laste van de exploitatie gestort in deze reserve. De werkelijke kosten van het baggeren worden ten laste van deze reserve gebracht. Omdat de jaarlijkse onderhoudsbedragen sterk wisselend zijn, is het noodzakelijk om te beschikken over een reserve.

Bovenwijkse voorzieningen
De reserve is ingesteld om de kosten van bovenwijkse voorzieningen af te dekken, die ontstaan naar aanleiding van de ontwikkeling van bouwlocaties. Vooralsnog zijn er alleen bij Geerpark, in samenwerking met Woonveste, afspraken gemaakt over afdrachten aan deze reserve. In de toekomst kunnen er vanuit de nog op te stellen nota kostenverhaal ook vanuit andere plannen (ontwikkelt door derden) toevoegingen aan deze reserve voortkomen.
Dotatie aan deze reserve vindt plaats per m² uitgeefbare grond ten laste van een grondexploitatie voor zover hiertoe besloten is.
Onder deze reserve vallen ook de (eerder) ontvangen bijdragen in het kader van de reserve rood voor groen. En de bijdragen die worden ontvangen in het kader van de regeling kwaliteitsverbetering landschap. De ontvangen bijdragen moeten worden ingezet in lijn met het doel waarvoor de bijdragen zijn opgehaald.
Voor de financiering van vooraf vastgestelde bovenwijkse voorzieningen zullen bedragen onttrokken worden op het moment van uitvoering.

Reserve bijdrage bedrijven GOL
Sinds 2014 wordt van bedrijven OZB ontvangen ter financiering van de gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat (GOL). Deze door de bedrijven extra betaalde OZB is gelabeld voor de dekking van kapitaallasten van het GOL en wordt daarom gestort in deze reserve. In 2026 wordt voor de laatste keer de bijdrage gestort in deze reserve, dit omdat vanaf 2026 de kapitaallasten vanuit de investering vanuit het GOL verwacht worden. Ultimo 2026 wordt het saldo van deze reserve ingebracht in de reserve kapitaallasten om gedurende 40 jaar jaarlijks vrij te vallen voor de dekking van een deel van de kapitaallasten van de investeringen voor het GOL. De jaarlijks van bedrijven te ontvangen OZB zal vanaf 2027 dan voortaan binnen de exploitatie blijven staan ook ter dekking van de kapitaallasten van de investering voor het GOL.

Reserve sociaal domein
Met ingang van 1 januari 2015 heeft de rijksoverheid een groot aantal taken binnen het sociaal domein overgeheveld naar de gemeenten. Het gaat hierbij om taken op het gebied van (ondersteuning van) werk en inkomen (Participatiewet), taken op het gebied van jeugdhulp (Jeugdwet) en taken op het gebied van de Algemene wet bijzondere ziektekosten (Wet maatschappelijke ondersteuning). Leidraad bij de transitie is een omvorming van de zorg door het terugbrengen van ondersteuning en zorg naar en dichtbij onze inwoners en hun sociale omgeving. Hierbij wordt gekozen voor een integrale benadering, de zogenaamde 3-D benadering (één huishouden, één plan, één regisseur). De transitie in het sociaal domein is zo goed als gerealiseerd. De komende jaren ligt de nadruk op de transformatie van het sociaal domein.

De kosten in het sociaal domein worden vanaf 2019 reëel geraamd en maken net als allerlei andere beleidsterreinen onderdeel uit van de reguliere begroting. Gelet op de nog onzekere ontwikkelingen van het kostenverloop en de nog te realiseren transformatie blijft de reserve vooralsnog in stand. Eventuele forse kostenoverschrijdingen ten opzichte van de reële raming die niet binnen de reguliere exploitatie opgevangen kunnen worden en initiatieven om de transformatie vorm te geven worden uit de reserve gedekt. Voeding van de reserve vindt niet meer plaats.

Reserve IHP
Op 11 juli 2017 heeft de raad ingestemd met het Integraal Huisvestingsplan onderwijs. In dit plan zijn de toekomstig verwachte investeringsuitgaven voor het upgraden, renoveren of nieuwbouw van de basisscholen binnen de gemeente opgenomen. Het gaat daarbij om forse investeringen waarbij de investeringsvolumes jaarlijks nogal verschillen. Om te voorkomen dat de exploitatie in jaren nauwelijks belast wordt en in andere perioden er piekbelastingen drukken op de exploitatie, is het voor een gelijkmatige druk op de begroting wenselijk om de lasten van het IHP te spreiden over de looptijd van het plan. Het plan zal periodiek worden geëvalueerd en indien nodig bijgesteld. Voor het bepalen van de gemiddelde investeringslast wordt bij actualisatie van het IHP uitgegaan van een periode van 20 jaar. Voor de berekening van kapitaallasten wordt de dan geldende interne rekenrente aangehouden.

Het doel van de reserve is om schommelingen in de exploitatie voor de lasten van investeringen in het basisonderwijs te voorkomen en deze gelijkmatig over de looptijd te verdelen. De reserve wordt gevoed in jaren dat de werkelijke kapitaallasten van de geplande/werkelijk uitgevoerde investeringen lager zijn dan de gemiddelde jaarlast van het plan. Er worden bedragen uit de reserve onttrokken in de jaren dat de werkelijke kapitaallasten van de geplande/werkelijke uitgevoerde investeringen hoger zijn dan de gemiddelde jaarlast van het plan.

Reserve exploitatie Riolering
De commissie BBV heeft in een notitie Riolering richtlijnen geformuleerd op het terrein van de gemeentelijke rioleringstaak (financiële functie). Bij de richtlijnen wordt aangegeven wat de spelregels zijn voor het vormen van voorzieningen en reserves.

Voor riolering geldt dat een eventueel overschot op de exploitatie (exclusief kosten groot onderhoud rioolstelsel waarvoor een onderhoudsvoorziening beschikbaar is) in een jaar gestort mag worden in een egalisatiereserve. Middelen die via de rioolheffing geïnd zijn moeten voor het rioleringsdoel worden aangewend. In Heusden was sprake van een kostendekkend tarief dat in rekening wordt gebracht voor de reguliere exploitatie van rioleringstaken. Met het vaststellen van het Waterplan 2018-2022 is besloten tot de spaarvariant waarbij een hoger tarief bij de inwoners in rekening gebracht wordt voor afdekking van de toekomstige vervangingsinvesteringen op basis van het waterplan. Dit overschot en de besteding daarvan loopt via de spaarvoorziening Riolering. Naast deze kosten voor sparen en voor groot onderhoud zijn er ook de exploitatiekosten. Bij de verdere uitwerking van het vastgestelde Waterplan en een toets aan de BBV voorschriften is geconstateerd dat niet volstaan kan worden met één spaarvoorziening Riolering, maar dat ook nog één voorziening groot onderhoud riolering en een egalisatiereserve nodig is voor de exploitatiekosten. 2019 is het eerste jaar waarin de werkwijze van het nieuwe Waterplan is verwerkt.

In het meerjarige vastgestelde Waterplan is voor exploitatiekosten (jaarlijks terugkerende lasten van beheer, energie, schoonhouden, administratie, verzekering, enz) een (redelijk) een stabiele lijn opgenomen. Bij realisatie kunnen er afwijkingen ontstaan ten opzichte van de stabiele begroting. Deze afwijkingen in enig jaar in zowel positieve als negatieve zin kunnen geëgaliseerd worden met deze reserve.

Jaarlijks wordt het verloop van de budgetten die onderdeel uitmaken van de exploitatie van de gemeentelijke rioleringstaak gemonitord. Mocht er per saldo aan het eind van een jaar een overschot zijn dan wordt het overschot gestort in de reserve. Mocht er per saldo aan het eind van een jaar een tekort zijn dan wordt dit onttrokken uit de reserve. Indien de reserve een saldo kent van € 0 wordt een (verdere) overschrijding ten laste van het jaarrekeningresultaat gebracht.

Reserve kapitaallasten
Deze reserve is bestemd voor de dekking van de afschrijvingslasten van investeringen met economisch nut, maar met een maatschappelijk belang.
Er zijn twee stortingen voorzien

  • 2023: dekking fietspad Tuinbouwweg met een voeding uit de algemene reserve.
  • 2024 t/m 2027: verduurzaming gemeentelijke gebouwen;
  • 2026: dekking deel investering GOL met een voeding uit de algemene reserve, de reserve Rood voor Groen en de reserve bijdrage bedrijven GOL;
  • 2027: dekking voor de centrale huisvesting.

De geraamde onttrekkingen in 2023 tot en met 2027 betreffen de reguliere afschrijvingslasten.

Deze pagina is gebouwd op 10/26/2023 16:39:13 met de export van 10/26/2023 16:26:28